-
1 type
type [tiep]〈m.〉1 model ⇒ type, (school)voorbeeld, typische vertegenwoordiger2 type ⇒ soort, vorm3 grondvorm ⇒ oerbeeld, type♦voorbeelden:1 contrat type • modelcontract, standaardcontracterreur type • klassieke fout, vergissingc'est l'intellectuel type • hij is een typische intellectueel6 un pauvre type • een sukkel, een arme drommelun sale type • een smeerlapm1) type, model2) soort, vorm3) grondvorm4) afbeelding5) lettertype6) kerel, vent -
2 un sale type
un sale type -
3 cochon
cochon1 [kosĵõ]〈m.〉♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 des (petits) yeux de cochon • varkensoogjes, zeer kleine ogencochon de mer • bruinvis〈 informeel〉 je n'ai pas gardé les cochons avec vous • 〈 als iemand dadelijk te familiair is〉wij zijn toch geen familie van elkaar?être gros, gras comme un cochon • een vetzak zijncochon qui s'en dédit! • hand erop!————————cochon2 [kosĵõ],cochonne [kosĵon]〈m., v.〉 〈 informeel〉♦voorbeelden:2 ce cochon-là, ce cochon de X • (X,) die smeerlap¶ (eh bien,) mon cochon! • (nou, nou,) jij durft!quel cochon de temps!, temps de cochon! • wat een beestenweer!————————cochon3 [kosĵõ],cochonne [kosĵon]♦voorbeelden:1. m1) varken, zwijn2) varkensvlees2. cochon/-onnem/fviezerik, smeerlap3. cochon/-onneadj1) vies, vuil2) schunnig, schuin -
4 Schwein
〈o.; Schwein(e)s, Schweine〉4 〈 figuurlijk〉smeerlap, ploert♦voorbeelden:1 〈informeel; figuurlijk〉 schreien wie ein (ab)gestochenes Schwein • schreeuwen als een mager varkenschwitzen wie ein Schwein • zweten als een paard5 altes Schwein! • smeerlap!¶ ein armes Schwein • een arme bliksem, donderein faules Schwein • een grote luilak〈 informeel〉 (großes) Schwein haben • boffen, geluk hebben, zwijnen〈 informeel〉 kein Schwein • geen mens, hond -
5 vache
vache1 [vaasĵ]〈v.〉1 koe♦voorbeelden:les sept vaches grasses, les sept vaches maigres • de zeven vette jaren, de zeven magere jarengros comme une vache • zo rond als een ton〈 informeel〉 être là comme une vache qui regarde passer les trains • wezenloos, met open mond staan te kijkenla vache! • verduiveld!, bliksems! 〈 uitroep van spijt〉→ métier3 c'est une vieille vache, une belle vache • het is een rotvent, rotwijfne fais pas la vache • doe niet zo gemeen————————vache2 [vaasĵ]1 rottig ⇒ gemeen, krengerig♦voorbeelden:1 c'est vache • da's gemeen; da's pech, pech gehad1. f1) koe2) smeris3) smeerlap4) rundleer2. adj1) gemeen, rot2) verdomd [mooi] -
6 распутник
-
7 bastard
adj. vervalst--------n. bastaard; schoftbastard1[ ba:stəd] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:3 you lucky bastard! • geluksvogel die je bent!————————bastard2♦voorbeelden:bastard file • bastaardvijl -
8 crapule
-
9 Ratte
Ratte〈v.; Ratte, Ratten〉♦voorbeelden: -
10 Sau
〈v.; Sau, Säue of Sauen〉1 〈 meervoud Säue〉zeug, moedervarken♦voorbeelden:schreien wie eine angestochene Sau • schreeuwen, gillen als een mager varkenfette Sau • vetzak〈 informeel〉 keine Sau • geen hond, mens
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский